Gotta Believe In The Poetry

‘You gotta believe in the poetry’ zegt Ali in een scene uit een extra aflevering van Euphoria. Hierin kletst Rue een uur lang met haar sponsor in een diner. De aflevering werd als een soort warmhoudertje op HBO Max geplaatst in afwachting van seizoen 2. Maar slechts een warmhoudertje is het allerminst gebleken. Eerder een gelaagde korte film die de strijd tussen cynisme en hoop op doeltreffende wijze illustreert.

The world is just so ugly,’ zegt de zeventienjarige Rue later. Het is iets dat ik veel hoor om me heen. De wereld is lelijk, gevaarlijk, vervuild. Het is een sentiment dat past bij de tijd maar het heeft ook iets puberaals. Zoals Rue ook zo heilig overtuigd is van haar eigen cynisme dat ze geen schoonheid meer kan zien. De scene begint als een klassiek mentorgesprek, maar regisseur/schrijver Sam Levinson gaat een stapje verder. De mentor openbaart zich namelijk niet uitsluitend als degene met meer kennis, maar ook als spiegel. Ali is Rue’s toekomstige zelf, haar potentieel. Daarom wordt Ali niet geraakt door haar harde ontboezemingen maar beschouwt hij deze als onderdeel van een ontwikkeling. Ook prikt hij met gemak door haar puberale arrogantie heen, omdat hij weet dat ze er haar onzekerheid mee verhuld. Hij is zelf een verslaafde tiener geweest, heeft het allemaal doorgemaakt… de trauma’s die uitmondden in verslavingen, en de verslavingen die uitmondden in afschuwelijk gedrag.

Rue en Ali in Euphoria – Part 1: Rue



De scène deed me denken aan een gesprek tussen dramaturg en schrijver Michiel Lieuwma en Anne van Veen in de podcast Boze Geesten. Tijdens het gesprek blijkt dat Anne een groot deel van haar leven in de schaduw heeft gestaan van een liedje, dat haar beroemde vader voor haar schreef. ‘Anne, de wereld is niet mooi. Maar jij kan haar een beetje mooier kleuren,’ zong Herman van Veen. Na een lang en gelaagd gesprek is de conclusie eenvoudig en helder; de wereld is helemaal niet lelijk, die is prachtig. Je hoeft geen intellectueel te zijn om te realiseren dat poëzie een zoektocht is naar schoonheid, en dat schoonheid eigenlijk overal te vinden is. Het is de boodschap die de kern vormt van boeken als The Power of Now en Authentic, die als warme broodjes over de toonbank gaan. Toch lijkt ware verlichting slechts voor een enkeling te zijn weggelegd. Albert Camus zei ooit: ‘’When I look at my life and its secret colors, I feel like bursting into tears.’’ Het is een uitspraak die Rue waarschijnlijk als zweverig of naïef had bestempeld. Natuurlijk lijdt de een meer dan de ander, maar  identificatie met lijden of slachtofferschap is altijd de makkelijke weg.  


Sinds een jaar of twee ben ik me steeds bewuster van mijn omgeving, in letterlijke zin. Probeer ik actief om me heen te kijken als ik op de fiets zit of een wandeling maak, te zien wat voor moois er zich om je heen voltrekt. To stop and smell the roses, zeggen ze zo mooi in het Engels. Het was een eenvoudige knop om te zetten. Tegelijkertijd snap ik dat het gemakkelijker dan ooit om in angst en wanhoops-retoriek te vervallen. Precies zoals Rue dat doet in Euphoria. De lijst van zorgen en gevaren is immers eindeloos; als je niet vreest voor de desastreuze gevolgen van klimaatverandering dan is er de oorlog in Oekraïne of executies van protestanten in Iran. En ook hier in Nederland is er genoeg te vrezen. Hoge gasrekeningen, bijvoorbeeld. Toch verbaasd het me altijd hoeveel mensen er nog iedere dag de moeite nemen om iedere gruwel op hun stories delen. Alsof het een soort collectieve plicht is de rest van je feed met zorgen en angst op te zadelen. Alsof die zorgen ons anders ontgaan. Niet zo gek dat Instagram leegloopt en dat een Chinees platform daarvan profiteert.

In een filmpje dat ik recent op dat laatste platform zag, staat een jongen stil te midden van een dansende menigte op een hiphop-festival. De camera volgt zijn blik, die gericht is op het zonlicht. Het schijnt op een haast magische wijze door het bladerdak van een boom heen. ‘Bro’s mesmerized by the great beauties or our world’ reageert een anonieme gebruiker. Het is makkelijk er iets cynisch in te zien. Dat hij alleen maar door de drugs zo van de natuur kan genieten. Dat de boel in scène gezet voor de likes. Of dat dit ironische tafereel een getuigenis is van hoe ver we van de natuur zijn verwijderd. Maar dat doe ik liever niet. Liever geloof ik in de poëzie.